Menu

Stop nu het verplichten van toetsen

leraren bepalen of, wat en wanneer ze toetsen

Wij, als schoolbestuurders van Leve het Onderwijs!, doen een oproep scholen niet langer te verplichten toetsen af te nemen (waaronder ook de eindtoets/doorstroomtoets). In de loop van de geschiedenis is de bedoeling van het toetsen flink verschoven: het vakmanschap van de onderwijsprofessional en de ontwikkeling van het kind staan niet meer centraal, maar de handhaving van een systeem.

Wij roepen op: “Of en hoe leraren toetsen inzetten, is hun eigen professionele afweging, waarbij de noodzakelijkheid ten behoeve van de ondersteuning van de ontwikkeling van de leerling het enige doel mag zijn!”

Lees hier onze oproep in het Manifest ‘Stop nu het verplichten van toetsen’.

Traject in de regio’s

Om scholen te ondersteunen hebben wij een traject ontwikkeld: Stop het verplichten van toetsen – niet de (gestandaardiseerde) toets, maar het vakmanschap van de onderwijsprofessional en de ontwikkeling van het kind centraal. 

In dit traject komen scholen vanuit verschillende besturen in hun regio’s samen om onderbouwd, verantwoord en overtuigd te kunnen zeggen: “Wij stoppen per 2025 met de eindtoets/doorstroomtoets. Wij meten én weten het beter!”.
In gezamenlijkheid en in verbinding met betrokkenen (zoals ouders, voortgezet onderwijs, inspectie, wetenschappers en andere stakeholders) hebben we het over het ‘waarom’ van het stoppen met verplicht toetsen en over het ‘hoe’ en ‘wat’: wat kan en moet geleerd, hoe hebben we de ontwikkeling van ieder kind ten opzichte van zichzelf in beeld, hoe werken we van systeem naar leef- en wereldgericht onderwijs, hoe adviseren we vanuit vakmanschap? We nemen niet alleen onze eigen ervaringen mee, maar ook inzichten uit wetenschap en onderzoek.

Om scholen te ondersteunen in dit proces, is er een ‘Bestuurlijke handreiking‘ opgesteld.

  • Traject september t/m december 2023 – VOL
  • Traject januari t/m juli 2024 – open voor inschrijvingen

    Ben je geïnteresseerd in deelname of wil je meer informatie? Mail naar toetsen@levehetonderwijs.nl. Of volg ons op de socials.


Ieder kind écht zien!

Wij verzetten ons niet tegen toetsen of beoordelen in het funderend onderwijs. Het is immers heel belangrijk om te weten hoe de leerlingen vorderen en of ze zich de aangeboden leerstof hebben eigen gemaakt. We willen allemaal dat de kinderen zich kunnen ontwikkelen en dat de manier waarop we de ontwikkeling van de leerlingen volgen helpt om het leren te bevorderen. 

Hieronder zetten we uiteen hoe de eindtoets in het basisonderwijs werkt, waarom we scholen willen helpen te stoppen met de verplichten eindtoets/doorstroomtoets, en hoe het dan wél kan en we het beste zicht kunnen houden op de ontwikkeling van het kind. Wetenschap wijst uit dat het geven van goede feedback de meest krachtigste interventie blijkt te zijn om tot leren te komen.

Hoe werkt de eindtoets basisonderwijs?

De eindtoets is ingericht om de getoetste groep (alle leerlingen in groep 8) in te delen op basis van de gemiddelde prestatie van de groep. Op basis van het gemiddelde berekent de toets eindscores op een schaal van 501-550. Deze scores worden vervolgens omgezet naar categorieën die corresponderen met het te geven eindadvies. De opgaves zijn ontleend aan de gebieden “begrijpend lezen”, “taalverzorging” en “rekenen”. De opgaves zijn zo geconstrueerd dat zij discrimineren, zodat ook de best presterende leerlingen op de toets fouten maken en zo in de rangorde kunnen worden geplaatst.

Hoe worden de scores omgezet in adviezen?

501-504 pro/vmbo bb

505-524 vmbo bb/kb

525-532 vmbo kb/gl-tl

533-539 vmbo gl-tl/havo

540-544 havo/vwo

545-550 vwo

Waarom willen we scholen helpen te stoppen met de verplichte eindtoets PO?

De wettelijk verplichte eindtoets basisonderwijs én de verplichting tot het gebruik van een leerlingvolgsysteem bepalen meestal de manier van toetsen in het PO. De eindtoets en het daarop geënte leerlingvolgsysteem hebben bovendien een sterke invloed op het eindadvies in het PO. Vanwege de vroege selectie in het VO is dat eindadvies geen advies, maar een toegangsbewijs tot een schooltype. De kwaliteit van de eindtoets (en andere vergelijkbare toetsen) is echter zo problematisch, dat we er onmiddellijk mee moeten stoppen.

Wat is er mis met de eindtoets en de daarop gebaseerde volgsystemen?

  • De getoetste vaardigheden (lezen, spelling & grammatica en rekenen) vormen een veel te smalle basis om iets zinnigs te kunnen zeggen over wat de leerlingen hebben geleerd en wat hun toekomstige mogelijkheden zijn, terwijl dat wel de belangrijkste intentie van de toets is. Gevolg: één van de belangrijkste keuzemomenten in de schoolcarrières van kinderen is gebaseerd op drijfzand.
  • De gemiddelde prestatie op begrijpend lezen, taalverzorging en rekenen is geen geschikte norm om kinderen op in te delen voor het vervolgonderwijs. De “grenzen” tussen de verschillende niveaus zijn afhankelijk van de gemiddelde prestatie van de groep in plaats van wat de leerling moet kennen en kunnen voor het vervolgonderwijs. Gevolg: de “adviezen” op basis van de scores houden geen verband met kenmerken van het vervolgonderwijs. Daardoor worden kinderen op grote schaal op de verkeerde gronden ingedeeld.
  • In de grootste groep leerlingen die rond het gemiddelde scoren, komen de foute uitkomsten van de toets het vaakst voor. Gevolg: de keuze tussen een advies beroepsgericht en algemeen vormend is vrij willekeurig. Dat is erg, omdat het voortgezet onderwijs vaak geen gemengde onderbouw heeft met beroepsgericht en algemeen vormend bij elkaar, waardoor deze “fout” bijna niet kan worden hersteld.
  • Individuele vooruitgang leidt niet tot een betere positie in de rangorde. In de metingen van het volgsysteem bepaalt de gemiddelde groei van de groep ook de “vooruitgang” van de norm. De kans dat een ondergemiddeld scorende leerling bovengemiddeld gaat scoren is heel klein. Gevolg: de prestatie van kinderen wordt niet beloond met een betere score. Integendeel: kinderen lopen een grote kans steeds bevestigd te worden in hun “lage/ondergemiddelde” niveau. In het beroepsonderwijs zitten daardoor veel kinderen die ieder vertrouwen in zichzelf en in hun leermogelijkheden hebben verloren. Dat heeft een vernietigende invloed op hun motivatie en het leerklimaat in het vmbo en mbo.
  • Toetstraining loont: daarmee verandert het ontwikkelpotentieel van de leerling niet, maar wel de plaats in de gemeten rangorde. Gevolg: voor iedere leerling die daardoor hoger in de rangorde komt moet een andere leerling lager uitkomen. Dat vergroot de kansenongelijkheid in het onderwijs, bijvoorbeeld omdat welgestelde ouders zich toetstraining kunnen veroorloven.
  • De eindtoets wordt ook gebruikt in de opbrengstenbeoordeling van de inspectie. Ook daar is het gemiddelde de norm. Voldoen aan de inspectienorm is een bekostigingsvoorwaarde voor scholen. Gevolg: daardoor krijgen de getoetste vaardigheden in het onderwijsprogramma buitensporig veel aandacht, juist op scholen waar leerlingen zitten die relatief meer moeite met deze onderdelen hebben. Tweede gevolg: bij iedere school die “vooruitgaat” in de rangorde is er een andere school die “zakt”, terwijl de prestatie hetzelfde kan zijn.
  • Uit de eindtoets worden de referentieniveaus “gereconstrueerd” en gemiddeld. Gevolg: de referentieniveaus taal gaan over veel meer dan alleen begrijpend lezen en taalverzorging. Voor het opbrengstenmodel van de inspectie worden taal en rekenen zelfs gemiddeld genomen. Daarmee is het fundament van de opbrengstenmeting onjuist.
  • Leerlingvolgsysteemtoetsen die op dezelfde leest geschoeid zijn geven geen goede informatie voor het leerproces, omdat vanuit een gemiddelde prestatie de rangorde wordt bepaald en de leerlingen worden ingedeeld. De toets verschaft de leerling en de leraar maar beperkte informatie over welke doelen de leerling heeft gehaald en welke (nog) niet. Gevolg: Leraren en leerlingen hebben weinig tot niets aan de feedback die de toets geeft voor het leren.

Het Nederlandse onderwijssysteem is een sorteermachine en dat moet stoppen

Nederland is ongeveer het enige ontwikkelde land waar kinderen zo vroeg op niveau worden ingedeeld op zo’n wankele en smalle basis gebeurt. Zelfs als we beter gaan toetsen en beoordelen is een stelselverandering die die vroege scheiding onmogelijk maakt noodzakelijk en moet er een veel breder curriculum komen. Zolang dat niet lukt zal er in ieder geval een andere basis moeten komen voor de keuze van de onderwijssoorten:

  • In plaats van de prestaties op het gebied van lezen, taalverzorging en rekenen zou een brede blik op de talenten, wensen en mogelijkheden van kinderen leidend moeten zijn in de keuze voor het onderwijstype.
  • Een grotere flexibiliteit in het moment van overstap van PO naar VO kan bijdragen aan betere leerervaring voor veel leerlingen.
  • Met een compleet volgsysteem krijgen we een veel completer en getrouwer beeld van wat kinderen kennen en kunnen en van de opbrengst van het onderwijs.

En hoe moet het dan wel?

Wij verzetten ons niet tegen toetsen of beoordelen in het funderend onderwijs. Het is immers heel belangrijk om te weten hoe de leerlingen vorderen en of ze zich de aangeboden leerstof hebben eigen gemaakt. We willen allemaal dat de kinderen zich kunnen ontwikkelen en dat de manier waarop we de ontwikkeling van de leerlingen volgen helpt om het leren te bevorderen. De behoefte om betrouwbaar te toetsen, ook omdat de toetsen voor kwaliteitsmeting worden gebruikt, heeft echter de inhoudelijke kwaliteit van de toetsen volledig uitgehold. Ter vergelijking: we geven geen rijbewijs af op basis van een – zeer betrouwbare – multiple-choicetoets over de verkeersregels. Om te mogen deelnemen aan het verkeer, zal je moeten laten zien dat je kunt rijden en daarbij vertrouwen we op het professionele oordeel van de rij-examinator.

De toetsing en beoordeling moet dus iets zeggen over wat er geleerd is en wat nog geleerd moet worden.

Kenmerken van goed beoordelen en toetsen

  • De beoordeling of de toets geeft goede feedback aan de leerkracht en de leerling ter ondersteuning van het leren. Indelen naar het niveau ten opzichte van het gemiddelde van de groep is niet zinvol en gebeurt dan ook niet.
  • De leerdoelen zijn leidend bij wat voor soort toets er gegeven wordt of hoe er wordt beoordeeld.
  • Het beoogde effect van de beoordeling/toetsing moet duidelijk zijn. We bepalen eerst wat we willen weten en dan hoe we daar het beste achter komen. In ieder geval is er een duidelijk verschil tussen formatief beoordelen (hoe ver zijn we?) en summatief beoordelen (hebben we het doel bereikt?). In het leerproces beoordeel je altijd formatief aan het eind summatief.
  • Een formatieve beoordeling/toets daagt uit om verder te komen, omdat de leraar en de leerling zicht hebben op waar de leerling zich bevindt op de ontwikkellijn. De leraar kan de leerling vervolgens helpen bij de volgende stap op die lijn.
  • Leerlingen worden systematisch gevolgd op alle aspecten van hun ontwikkeling; toetsing en beoordeling draagt bij aan die brede blik op ontwikkeling.
  • Als leerkrachten steeds goed in het vizier hebben wat de volgende ontwikkelstap van kinderen is en op basis van het al dan niet bereiken van die volgende stap steeds hun pedagogisch-didactisch handelen aanpassen dan is er zeker sprake van goed onderwijs.

Toetsen van rekenen en taal en het opbrengstenmodel van de inspectie

Er valt veel af te dingen op het feit dat rekenen en taal gezien worden als de belangrijkste uitkomsten van het primair onderwijs, maar zolang dat het geval is maken we in ieder geval een grote stap vooruit door:

  • de doorlopende leerlijnen rekenen en taal en de te bereiken referentieniveaus in de volle breedte de basis te laten zijn voor de (summatieve) beoordeling van rekenen en taal;
  • de data voor het opbrengstenmodel van de inspectie hierop te baseren.

Hoe kan het wel: een goed voorbeeld uit het internationale onderwijs.

Het International Baccalaureate (IB) heeft een evidence-based toetsfilosofie. De vorderingen van leerlingen worden beoordeeld aan de hand van toetsonafhankelijke beoordelingscriteria, die ook inzichtelijk zijn voor de leerlingen. Het effect ervan is dat de beoordeling altijd ten dienste staat van het leren. De summatieve beoordeling (het eindresultaat) wordt niet bepaald op grond van een gemiddelde van toetsen of een eindtoets, maar op grond van een “best-sustained-effort”, het niveau dat de kinderen gedurende een langere tijd laten zien. Gestandaardiseerde toetsen op basis van het gemiddelde worden door het IB afgeraden en alleen getolereerd als de lokale overheid ze verplicht stelt.

LEES HIER HET GEHELE MANIFEST ‘STOP VERPLICHT TOETSEN’

De bedoeling van het afnemen van toetsen is in de loop van de geschiedenis flink verschoven. Waar het toetsen ooit is ontstaan om de professional te ondersteunen om het individuele kind beter te kunnen begeleiden in zijn/haar ontwikkeling, is het gebruik en de inzet ervan in de loop van de geschiedenis ver van die bedoeling afgedwaald. Van een hulpmiddel voor de leraar ter uitoefening van zijn professie is het verworden tot een verantwoordingsmiddel ter beoordeling van hun prestatie.

Te veel verloor het vak aan vertrouwen en aanzien. Te groot werd de controlestructuur in het onderwijs. Met het toetsen van leerlingen staat inmiddels allang niet meer het lerende kind voorop, maar de handhaving van een systeem. Stop daarom het verplicht afnemen van toetsen en het daarmee verantwoorden van de kwaliteit van de leraar en de school en zet leraren in hun kracht door hen zelf de regie te geven. Pas dan komt het lerende kind weer voorop te staan.

Het toetsen van leerlingen op zichzelf is een uitstekende zaak. Elk kind heeft recht op (gelijke) kansen. Toetsen is een manier om hen te helpen deze kansen te optimaliseren. Het is van belang zicht op ontwikkeling te hebben, passend bij het leerpotentieel van het individuele kind. Elk kind is uniek, heeft talenten en maakt een eigen ontwikkeling door. Summatieve toetsen die uitgaan van ijking aan het gemiddelde passen daar niet bij. Formatieve toetsen des te meer, omdat deze toetsen het unieke kind in zijn/haar eigen ontwikkeling volgen. De eindtoets is per definitie een summatieve toets en gaat per definitie compleet voorbij aan de niet lineaire ontwikkeling van kinderen. In deze tijd van Corona wordt dat uitvergroot en duidelijker dan ooit.

Deze bijzondere tijd maakt ons pijnlijk duidelijk hoezeer we met het inzetten van toetsen zijn afgedwaald van de oorspronkelijke bedoeling. Dat leerlingen uit groep 8 op grote schaal als ‘kwetsbaar’ worden aangemerkt, getuigt ervan hoezeer wij het handhaven van een systeem inmiddels als voornaamste belang zijn gaan dienen. Het wordt tijd dat we onze ogen openen voor de waanzin waarin we ongemerkt massaal terecht zijn gekomen en onze verantwoordelijkheid nemen, te beginnen bij de rechten van het kind.

oproep: stop het verplichten van toetsen

Wij als schoolbestuurders verplichten onze scholen daarom niet langer om de toetsen (waaronder óók de eindtoets) af te nemen en roepen collega-besturen op om dit ook niet meer te doen. Of en hoe leraren nu toetsen inzetten, is hun eigen professionele afweging, waarbij de noodzakelijkheid ten behoeve van de ondersteuning van de ontwikkeling van de leerling het enige doel mag zijn

kansen voor kinderen, goed onderwijs

Wat wij wel willen? Het mag duidelijk zijn dat wij staan voor goed onderwijs voor alle leerlingen, zowel op school als op afstand. Leren is een proces dat zich continu afspeelt en niet alleen binnen de schoolmuren en op gezette schooltijden. Schoolbesturen zijn verantwoordelijk om goed onderwijs te realiseren. De kern van die gezamenlijke opdracht delen we met leraren. Vakbekwame leraren. Zij zorgen voor blije kinderen die veel leren en dragen zo bij aan de school als lerende gemeenschap.

Het is jammer dat een instrument dat leraren nodig hebben om hun professie goed uit te kunnen oefenen verworden is tot een instrument dat wordt gebruikt om zich te verantwoorden ten aanzien van hun eigen prestatie. Daarom willen we het accent verleggen naar leraren die volledig vertrouwen en regie krijgen en nemen voor de uitvoering van hun professie. Voor het creëren van gelijke kansen is verschil kunnen maken noodzakelijk en daarin past geen vast toetsrooster. Daar hoort bij dat zij vanuit hun professionele inzicht kunnen doen wat nodig is om kinderen goed te kunnen ondersteunen in hun leerproces, kunnen toetsen wat en wanneer dat nodig is. Daar hoort bij dat zij in deze bijzondere tijd het advies van de PO-Raad, AVS, VO-Raad etc. ter harte nemen en – met name kwetsbare – leerlingen kansrijk adviseren. Daar hoort bij dat zij aansluiten bij de individuele leerbehoeften en leerritmes van iedere leerling. Daar hoort bij dat zij daarover zelf de regie kunnen voeren. Gesteund door directie en bestuur.

hoge ambitie, groot vertrouwen

Zo nemen wij als besturen onze verantwoordelijkheid voor het leren van kinderen en leraren. Creëren wij voorwaarden voor onze collega’s om zo goed mogelijk hun opdracht te kunnen waarmaken en staan wij in voor het kansrijk adviseren van al onze leerlingen en vragen wij onze partners in het VO om hen kansrijk te plaatsen.

Zo kunnen leraren hun professionele ruimte weer benutten om leerlingen en zichzelf te laten groeien, door zoveel mogelijk aan te sluiten bij wat nodig is voor de individuele leerling en (nog meer) te leren van de advisering, plaatsing, en ontwikkeling van kinderen het afgelopen jaar.

Zo zetten we het lerende kind, zijn/haar ontwikkeling en wat onze professionals daarbij nodig hebben weer voorop, in plaats van het systeem, geven we leraren vanuit hoge ambitie en groot vertrouwen weer de erkenning die zij verdienen.

Zo benutten wij de kans die de Coronacrisis ons biedt door de boel op scherp te zetten en maken wij dankbaar gebruik van deze gegeven situatie door het systeem dat ons al zo lang gevangen houdt te kantelen: terug naar de bedoeling. DIT is het moment om over vernieuwingen en herzieningen te praten, omdat we meer dan ooit zien hoe diep de ongelijkheid in onze samenleving geworteld is in ons onderwijssysteem. De weg terug naar gelijkheid begint met herstel van vertrouwen in professionals boven het systeem!

Nieuws

Gerelateerde onderzoeken

Leve het Onderwijs! is een lerende beweging en houdt daarom wetenschappelijk onderzoek en nieuwe inzichten op dit gebied in de gaten. Interessante (links naar) artikelen zullen we hieronder delen.

Gerelateerde boeken

Gerelateerde Podcasts

ook leve het onderwijs ondertekenen?

Leve het Onderwijs! is een lerende beweging en houdt daarom wetenschappelijk onderzoek en nieuwe inzichten op dit gebied in de gaten. Interessante (links naar) artikelen zullen we hieronder delen.

Blijf op de hoogte van het initiatief ‘leve het onderwijs’

Wij zullen één keer per kwartaal een nieuwsbrief versturen

Wat is leve het Onderwijs?

Leve het Onderwijs! is een beweging van schoolbestuurders die geloven in een nieuwe manier van besturen. Van moeten naar mogen. Van controleren naar vertrouwen. Van ‘wat kan niet’ naar ‘wat kan wel’. Een beweging van bestuurders die bewegen van ‘doen zoals wij het altijd deden ’naar ‘werken vanuit de bedoeling’.

We delen kennis en expertise, doen (wetenschappelijk) onderzoek naar de nieuwe manier van besturen, dragen onze ervaringen uit en laten ons geluid horen bij beleidsmakers. Leve het onderwijs! is een beweging van verschilmakers in het onderwijs, die samen zorgen dat leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Doe je ook mee? Leve het onderwijs!