Menu

Tag: levehetonderwijs

📚 Stop het verplichten van toetsen – stap voor stap doen wat nodig is

Doen wat ertoe doet. Dat is wat Leve het Onderwijs wil. Het stoppen met het verplichten van toetsen – waaronder de doorstroomtoets – is geen doel op zich, maar een eerste stap in een grotere systeemverandering.  

Leve het Onderwijs beweegt van controle naar vertrouwen. Van moeten naar mogen. Van wat niet kan, naar wat wél kan. Voor het thema ‘Stop het verplichten van toetsen’ bieden we scholen, besturen en kwaliteitsbeleidsmedewerkers in het primair onderwijs trajecten die gericht zijn op bewustwording en het versterken van het eigen vakmanschap van binnenuit – om zo verantwoord, onderbouwd en overtuigd te kunnen zeggen: wij meten en weten het beter! 

Het stoppen met de verplichte doorstroomtoets is een stap richting inclusief mens- en wereldgericht onderwijs waar vakmanschap van binnenuit en ieders welzijn en ontwikkeling centraal staat. Elke school en ieder bestuur maakt in dit proces keuzes die passen bij de eigen visie, context en ontwikkelfase.  

Podcast met Yvonne de haas

In de podcastserie van Leve Het Onderwijs! beluister je podcasts van bestuurders en onderzoekers die geloven in de nieuwe manier van besturen. Van moeten naar mogen. Van controleren naar vertrouwen. Van ‘wat kan niet’ naar ‘wat kan wel’. In de podcasts delen zij hun kennis en expertise, hun ervaringen. Ze laten hun stem horen, delen hun visie, maar hun ook hun twijfels, kwetsbaarheid en niet-weten.

In aflevering #12 is Igor Verettas in gesprek met Yvonne de Haas. Yvonne is bestuurder van Zinder, een schoolbestuur van 18 primair onderwijsscholen. Ook maakt Yvonne deel uit van de kerngroep van Leve het Onderwijs!; de spil van deze beweging.

Yvonne kan niet anders dan in haar sturingsfilosofie uitgaan van vertrouwen, verbinding, en horizontale verantwoording. Hoe werkt dat dan in de praktijk? Wat maakt het minder makkelijk in de verantwoording? Zomer 2024 heeft de Inspectie van het Onderwijs geverifieerd of sturing door het bestuur op de kwaliteit van het onderwijs op de scholen op orde is. Dit onderzoek is afgerond met een ‘voldoende’.

Yvonne vertelt in deze podcast over het onderzoek, wat hier spannend aan was en wat dat met haar deed. En ook over hoe je bij deze wijze van besturen weet ‘of het goed zit’. Het werd een openhartig gesprek.

Beluister de podcast hier.

Bijeenkomst Raden van Toezicht

Stop verplichten van toetsen

Dinsdag 18 juni 2024 vond de bijeenkomst voor de Raden van Toezichten en hun bestuurders van scholen die deelnamen aan het traject Stop het verplichten van toetsen (waaronder ook de doorstroomtoets)’ plaats. Met elkaar spraken we over de rol van de RvT’s en welke governance vraagstukken zich aandienen wanneer scholen stoppen met de verplichte doorstroomtoets. We waren ontzettend blij met de opkomst, de betrokkenheid en de positieve energie.

Presentatie – vroege selectie en doorstroomtoets

Marten Elkerbout presenteerde ‘De onmogelijke opgave van de vroege selectie en waarom we daarbij niet moeten leunen op de doorstroomtoets’. Hij belichtte de negatieve effecten hiervan op kinderen, leerkrachten, scholen en de kwaliteit van onderwijs. Klik hier om de presentatie in PDF te bekijken.

Vragen en antwoorden naar aanleiding van de presentatie

Na de presentatie kwamen diverse inhoudelijke vragen naar voren vanuit het publiek. Deze vragen en de bijbehorende antwoorden zijn hieronder samengevat en geordend.

Kun je ook anders toetsen?

Ja, dat kan. Sterker nog: Nederland is een van de weinigebeschaafde landen waarin zo vroeg, zo veel en zo excessief wordt getoetst. Een goed alternatief is criteriumgericht beoordelen. Meer weten over het verschil tussen normreferencing en criteriumgericht beoordelen: dat kan hier.

Is er een betrouwbaar alternatief voor de toetsen uit het LVS?

Ja en nee. Betrouwbaarheid gaat vaak over de invloed vande beoordelaar op de meting. Omdat in Nederland betrouwbaarheid heel belangrijk wordt gevonden en de betrouwbaarheid van de oordelen van leraren wordt onderschat, kiezen we het liefst voor toetsen die door een computer kunnen worden beoordeeld (multiple-choice toetsen bijvoorbeeld). Het vervelende is dat werkelijk interessante vaardigheden niet kunnen worden gemeten door zo’n toets.Wij stellen in Nederland meestal betrouwbaarheid boven inhoudelijke validiteit en gooien zo het kind (van de inhoud) met het badwater (van de onbetrouwbaarheid) weg. Meer weten over de relatie tussen betrouwbaarheid en validiteit klik hier.

Leidt het geven van “dubbeladviezen” niet tot problemen met het VO?

Er werd gepleit voor het geven van een breder advies inplaats van een enkelvoudig advies (liever “vmbo-t-havo” dan “vmbo-t” of “havo”), zeker in de middengroep (vmbo k – vmbo g/t – havo). Dat zou betekenen dat er brede scholen en brugklassen nodig zijn. Het voortgezet onderwijs is hierop vaak niet ingericht. Vooral beroepsgerichte scholen en AVO-scholen zijn vaak gescheiden, terwijl in de keuze tussen die twee de grootste kans op fouten schuilt. Het belang van gezamenlijk optrekken met het voortgezet onderwijs werd benadrukt.

Zijn er serieuze alternatieven voor de huidige volgsystemen?

Ja die zijn er, maar ze zijn (nog) niet bruikbaar als alternatief voor de volgsystemen. Zie hiervoor het stuk over criteriumgericht beoordelen. Criteriumgericht beoordelen vraagt om professionalisering van leraren en opleidingen en ombruikbare criteria en apps. Leveranciers van toetsen moeten aan eisen voldoen die zijn geaccordeerd door het College voor Toetsen en Examens om als formeel instrument te gelden, waardoor zij geen criteriumgerichte beoordeling bieden. Dit geldt zowel voor de doorstroomtoets als voor het Leerling Volg Systeem (LVS) vanaf groep 3.

Waarom wordt de norm soms aangepast?

Er zijn mogelijkheden om te manipuleren met de norm, zoals het verschuiven van de cesuren (dat zijn de grenzen tussen de categorieën). De veronderstelling is dat de eindresultaten door de jaren heen ongeveer gelijk moeten blijven. Daarvoor maakt men gebruik van referentieopgaven, aan de hand waarvan de moeilijkheidsgraad van de toets ongeveer stabiel gehouden wordt. Het is wel vreemd dat de eindresultaten van de eindtoets al jaren gelijk zijn, terwijl er tegelijkertijd een beeld is dat de kwaliteit van het onderwijs achteruitgaat. Dat kan eigenlijk niet.

Kan het systeem worden hervormd?

Hoewel we eigenlijk al heel lang weten dat vroegeselectie voor de meeste kinderen heel slecht nieuws is, lukt het maar niet om het systeem te veranderen. Sterker nog: de selectie begint steeds vroeger, onder andere door het (verplichte) gebruik van volgsystemen en het belang dat wordt gehecht aan niveaudifferentiatie. Er is geen land in de beschaafde wereld dat zo vroeg en precies differentieert. Politiek gezien is het heel lastig om het systeem aan te pakken, omdat de “winnaars” uit de onderwijscompetitie vaak de dienst uitmaken.

Conclusie

Het echte probleem is niet de toetsing, maar de vroegeselectie. Het is niet erg om soms een gestandaardiseerde toets te gebruiken als onderdeel van kwaliteitszorg. Voor het leren van kinderen is het veel beter om formatief te beoordelen, bijvoorbeeld op basis van criteria. De huidige eenzijdigheid van de toetsing en de druk rondom toetsen heeft echter veel perverse effecten op deonderwijskwaliteit, zoals het versmallen van het lesaanbod, commerciële toetstraining en “teaching to the test”. Ook het feit dat schoolkwaliteit wordt gemeten met behulp van deze toetsresultaten is heel kwalijk, omdat het verplicht verbeteren van die resultaten vaak leidt tot de verkeerde focus op kwaliteit.

Onze discussie onderstreept de noodzaak om verder na te denken over het huidige systeem van vroegselectie en de doorstroomtoets, en om te onderzoeken hoe we kunnen zorgen voor een eerlijk en effectief beoordelingssysteem dat het beste is voor de ontwikkeling van onze kinderen en na te denken hoe wij eigenlijk de kwaliteit van ons onderwijs bepalen.

Waardevolle feedback

Tijdens de bijeenkomst heerste een positieve sfeer, en de leden van de Raden van Toezicht (RvT) en bestuurders gaven waardevolle feedback. Enkele opvallende opmerkingen:

Oproep naar aanleiding van de landelijke ontwikkelingen op het gebied van sturing op het onderwijs

Van gestuurd worden naar verantwoordelijkheid nemen: een alternatief voor scenario b

Het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie kiest voor een sturingsscenario dat ook werd voorgesteld in de brief van demissionair minister Paul hierover aan de kamer. Die keuze is zo problematisch dat de onderwijsraad, die eerder al een uitstekend rapport over de positie van schoolbesturen publiceerde, overging tot de hoogst ongebruikelijke stap om middels een brandbrief de kamer af te houden van de misstap om scenario B te omarmen.

In essentie draait de discussie om de vraag of de grote vraagstukken in het onderwijs (kansenongelijkheid, onvoldoende basisvaardigheden) en het lerarentekort te herleiden zijn tot een sturingsvraagstuk. Anders gezegd: het is maar de vraag of de door minister Paul veelvuldig gehanteerde term “grip” het antwoord is op de complexe problematiek waar we mee te maken hebben.

Leve het Onderwijs! “stuurt” liever vanuit andere principes dan “grip”. Ons manifest beschrijft die principes en wij maken er dagelijks serieus werk van die principes na te leven. Bij wijze van voorbeeld kunnen we inzoomen op hoe wij bezig zijn met onderwijskwaliteit. Onze analyse is dat het onderwijs eerder te lijden heeft onder controle en voorgeschreven methodes (“grip”), dan dat het er beter van wordt. Zo verzetten wij ons bijvoorbeeld tegen het verplichten van LVS-toetsen en doorstroomtoets, omdat deze een aantoonbaar pervers effect hebben op de kwaliteit. Wij omarmen liever de complexiteit van onderwijs, complexiteit die vraagt om sterke professionals die weten waartoe zij les geven en die het vertrouwen hebben en krijgen om te doen wat zij in het belang van leerlingen vinden.

Als bestuurders laten wij ons leiden door de vraag hoe wij voorwaarden kunnen scheppen om die sterke professionals hun werk te laten doen. Het feit dat wij niet kiezen voor controle en voorgeschreven methodes vraagt een andere manier van het normeren van onderwijskwaliteit, omdat wij onze verantwoordelijkheid daarvoor wel uiterst serieus nemen.

Leve het Onderwijs! vraagt de sector een andere benadering te kiezen dan minister Paul voorstelt (Zie onze brief: Oproep naar aanleiding van de landelijke ontwikkelingen op het gebied van sturing), waarbij we het advies van de onderwijsraad volgen en verder invullen. Daarnaast zou de overheid zich goed moeten bezinnen op een effectieve rol van alle actoren binnen het huidige bestel, in plaats van de pijlen te richten op een moeizame herziening daarvan (scenario B), die vermoedelijk geen verbetering gaat brengen op de grote thema’s: basiskwaliteit, kansen en lerarentekort.

Wij bepleiten een gezamenlijke agenda vanuit een gedeelde maatschappelijk gedragen visie op onderwijs, waarin alle actoren binnen het bestel worden versterkt en aangesproken op hun kwaliteit als die achterblijft. De bestuurders van Leve het onderwijs! laten zien dat goede besturen vanzelfsprekend schoolleiders en schoolteams serieus nemen, vertrouwen en versterken. Dat zij samenwerken in de regio in plaats van te concurreren.

Wij vragen onze collega-bestuurders in PO en VO mee te werken aan een stevige gezamenlijke agenda op onderwijskwaliteit, kansengelijkheid en professionele leraren en schoolleiders. Een agenda die ook gaat over de maatschappelijke rolopvatting van bestuurders. Wij voelen daarbij grote urgentie om het zelfregulerend vermogen van onze sectoren te versterken (voor bezoekers van de ALV van de PO-raad: scenario A-D). Wij gaan serieus werk maken van dat scenario met elkaar en met onze sectorraden!

Leve de complexiteit

Complexiteit als basis voor de academische werkplaats van Leve het onderwijs

Door Marten Elkerbout

Het manifest van Leve het onderwijs gaat over besturen vanuit de bedoeling: kinderen hebben recht op goed onderwijs. Je slaat als bestuur de plank mis als je denkt dat je greep kunt krijgen op onderwijskwaliteit (die ertoe doet) met uitgebreide bestuurlijke kaders, afspraken en protocollen, meetbare opbrengsten en data, best-practices en evidence-informed werken, enzovoort.  Als je dicht op de praktijk kijkt naar wat er allemaal gebeurt in en rond een school, een groep en een kind, dan realiseer je je dat de werkelijkheid zich niet zo gemakkelijk laat versimpelen tot generieke “succesvolle aanpakken”.

Leve het onderwijs kiest ervoor om de professionals in de klas te voorzien van zoveel mogelijk gereedschap en ruimte om steeds weer te kunnen inspelen op die variëteit aan vraagstukken die zich dagelijks voordoen. Dat daar heel wat meer bij komt kijken dan het blind volgen van methodes en “effectieve interventies” is in onze ogen geen probleem, maar juist het “prachtige risico van onderwijs”, om met Gert Biesta te spreken.

Iedere leraar kent de ervaring van de perfect voorbereide les die bij de ene groep er ingaat als koek, terwijl diezelfde les in een andere setting heel anders uitpakt. Dat komt omdat onderwijs alle kenmerken heeft van een complex adaptief systeem. Dat is een systeem waarin veel invloeden op elkaar inwerken met soms onvoorspelbare uitkomsten. In het onderwijs is immers sprake van allerlei relaties tussen mensen die samen een relationeel netwerk vormen. Omdat ieder mens op zich al een complex wezen is, is het gedrag van zo’n netwerk moeilijk te beïnvloeden op een voorspelbare manier. Onderwijs is dus een open systeem, dat in verbinding staat met allerlei externe invloeden en zich daar ook nooit van af kan sluiten.

Het onderwijsproces heeft ook alle kenmerken van prachtige complexiteit. Het past zich steeds aan aan veranderingen in de omgeving, is mede daardoor altijd heel gevarieerd. Als er al causale verbanden zijn (als a dan b), dan zijn die vaak moeilijk los te zien van de context. Dus als je een causaal verband vindt (in een laboratoriumsituatie bijvoorbeeld), dan is het maar de vraag wat er gebeurt in een concrete lessituatie of wat het effect is op lange termijn.

Als je zo kijkt naar onderwijs en onderwijskwaliteit, dan krijg je veel ontzag voor de dagelijkse praktijk van de mensen die in dit systeem werken. De realisatie dat niet alles volledig voorspelbaar is, maakt het vak juist uitdagend. Heel belangrijk is dat professionals daarbij samenwerken, met elkaar, maar ook met andere experts die een andere blik op het probleem kunnen geven. In ieder geval is het goed dat je af en toe de rust neemt om goed te kijken naar wat er gebeurt en reflectief en onderzoekend in de praktijk staat. Dat geldt ook voor bestuurders.

Leve het onderwijs! onderzoekt samen met wetenschappers van de Vrije Universiteit (o.a. met professor Frédérique Six) en de Universiteit van Nijmegen (o.a. met Merel van der Wal) vanuit dit kader bijvoorbeeld onze aanpak van toetsen en onze bestuurlijke portretten. Zo denken we aan te sluiten bij onze manier van besturen, met respect voor de complexiteit van onderwijs en met vertrouwen in de mensen die het prachtige risico aangaan.

Traject ‘Stop het verplichten van toetsen’ – Drie bijeenkomsten

Geweldige opkomst

Wat een geweldige opkomst hebben wij ervaren bij het traject ‘Stop nu het verplichten van toetsen’! Meer dan 30 scholen uit heel Nederland zijn, onder begeleiding van Nicole Hanegraaf en haar team, met hun eigen kernteam en met elkaar binnen hun regio aan de slag gegaan met de ambitie te stoppen met de eindtoets/doorstroomtoets per 2025. Niet de toets, maar het vakmanschap van de onderwijsprofessional en de ontwikkeling van het kind centraal.

In gezamenlijkheid en in verbinding met betrokkenen (zoals ouders, voortgezet onderwijs, inspectie, wetenschappers en andere stakeholders) hebben we het over het ‘waarom’ van het stoppen met verplicht toetsen en over het ‘hoe’ en ‘wat’: wat kan en moet geleerd, hoe hebben we de ontwikkeling van ieder kind ten opzichte van zichzelf in beeld, hoe werken we van systeem naar mens- en wereldgericht onderwijs, hoe adviseren we vanuit vakmanschap?

We nemen niet alleen onze eigen ervaringen mee, maar ook inzichten uit wetenschap en onderzoek. ‘Stop nu het verplichten van toetsen’ gaat niet alleen om het daadwerkelijk stoppen met de toets, maar vraagt om bezinning: ‘waarom doen we wat we doen?’ en ‘doen we het goede?’. Gelukkig is de systeemverandering die dit van ons allemaal vraagt – en zo verankerd zit in ons denken – iets wat al meer aandacht krijgt in scholen, bij ouders en in de media.

“We hebben in ons onderwijsstelsel een totaal andere manier van toetsen nodig, waarbij kinderen nooit met elkaar vergeleken worden, maar waar altijd de eigen groei van het kind centraal staat”.

Marten Elkerbout, bestuurder Stichting Spaarnesant.

Traject 2024
Er is veel animo vanuit scholen om deel te nemen aan het nieuwe traject dat plaatsvindt in 2024. Nadat wij het eerste traject geëvalueerd hebben, gaan wij met betrokkenen het volgende traject vormgeven. Zodra er meer bekend is over data en inhoud, zal dat via mail, nieuwsbrief en via de socials gedeeld worden.

Meer informatie?
Check voor meer informatie over dit traject onze website. Er is veel informatie en wetenschappelijke onderbouwing te vinden op www.puzzeltraining.nl. Podcasts over dit onderwerp met bestuurder Marten Elkerbout, toetsexpert Karen Heij en journalist en auteur van het boekje ‘Is het voor een cijfer?’ Johannes Visser zijn ook de moeite waard om (met je team) te luisteren.

Waarom vinden we de eindtoets slecht voor kinderen?
Bekijk de informatie én het filmpje met uitleg, dat staat op www.puzzeltraining.nl, en deel het vooral!

Blijf op de hoogte van het initiatief ‘leve het onderwijs’

Wij zullen één keer per kwartaal een nieuwsbrief versturen

Wat is leve het Onderwijs?

Leve het Onderwijs! is een beweging van schoolbestuurders die geloven in een nieuwe manier van besturen. Van moeten naar mogen. Van controleren naar vertrouwen. Van ‘wat kan niet’ naar ‘wat kan wel’. Een beweging van bestuurders die bewegen van ‘doen zoals wij het altijd deden ’naar ‘werken vanuit de bedoeling’.

We delen kennis en expertise, doen (wetenschappelijk) onderzoek naar de nieuwe manier van besturen, dragen onze ervaringen uit en laten ons geluid horen bij beleidsmakers. Leve het onderwijs! is een beweging van verschilmakers in het onderwijs, die samen zorgen dat leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Doe je ook mee? Leve het onderwijs!