“Uw onderwijs deugt, maar u krijgt toch een onvoldoende”
8 april 2024
Categorie: Actualiteit
In dit artikel van Martijn Van Tilburg MSc wordt de schijnwerper gericht op een intrigerend fenomeen: hoe kan het dat een school een onvoldoende krijgt, terwijl het onderwijs er volgens de Inspectie van het Onderwijs wel degelijk deugt?
Het artikel bekritiseert het beoordelingsmodel van de Inspectie van het Onderwijs, waarbij de focus ligt op gestandaardiseerde toetsresultaten die slechts een beperkt beeld geven van de volledige ontwikkeling van kinderen (Karen Heij).
Deze vraag nodigt uit tot reflectie over ons beoordelingssysteem en over wat wij kwaliteit van onderwijs noemen. Evenals Martijn Van Tilburg MSc onderstreept Leve het onderwijs het belang van een holistische benadering van onderwijskwaliteit. Laten we samen het gesprek aangaan, waarbij we streven naar een beoordelingsmodel dat recht doet aan de complexiteit en diversiteit van het onderwijs!
Uw onderwijs deugt… maar de school krijgt toch een onvoldoende..
Inspectie van Onderwijs
(want OR1 voldoet niet aan de norm)
Deze conclusie trok de inspectie de afgelopen week op een van onze scholen. Ik vraag me af..
wie krijgt er hier dan eigenlijk een onvoldoende? De school… of de kinderen?
Zoals Jeroen Spanbroek al zei: “Onderwijs is geen koekjesfabriek, waar je de kwaliteit van de output
(hoe de koekjes even groot en even krokant gebakken zijn, of allemaal hetzelfde smaken),
een-op-een kunt afmeten aan de kwaliteit van de input (hoe richt ik mijn lopende bandproces zo
effectief en efficiënt in, dat de gewenste output altijd bereikt wordt)”.
En als er in de kwaliteit van die input werk aan de winkel is, ben ik de laatst om dat te ontkennen.
En met herstelopdrachten op de standaarden kan ik over het algemeen aardig uit de voeten.
Maar oprecht: Welke herstelopdracht kan er gegeven worden op OR1?
- Oefen met de kinderen voor de deze toets, zodat ze hoger scoren.
- Pas je aanbod aan op hetgeen in de toets gevraagd wordt.
- Haal kinderen uit te berekening van de resultaten als je dat volgens de richtlijnen mag, zodat je driejaarsgemiddelde hoger wordt.
- Verwijs kinderen eerder naar een andere school als de resultaten tegen dreigen te vallen.
Dit alles zegt overigens niets over de kwaliteit van een inspectiebezoek, die kwaliteit is… voldoende. Maar als een school op alle standaarden een voldoende krijgt (zonder een herstelopdracht), als er letterlijk gesteld wordt dat het onderwijs op deze school deugt, maar er onderaan de streep toch ‘onvoldoende’ staat.. dan zit er iets fundamenteel fout.
En dan heb ik het dus niet over het waarderingskader, ik heb dat al vaker gezegd: dat deugt! We gebruiken het nadrukkelijk in onze zelfevaluaties, bij onze interne audits.
Het is het beslismodel, het systeem van het komen tot een oordeel, dat ik ter discussie stel.
Aantoonbaar deugdelijk onderwijs verzorgen en tegelijkertijd niet voldoen aan de norm op OR1, dat
kan in een ‘koekjesfabriek visie’ blijkbaar geen acceptabele uitkomst zijn.
In het waarderingskader staat: ‘Scholen moeten voldoende leerresultaten behalen’. En de gedachte
is dat dit een logisch gevolg is van deugdelijk onderwijs. De manier waarop dit nu met OR1 wordt vormgegeven, zegt in mijn ogen echter enkel iets over hoe kinderen bij een momentopname op een gestandaardiseerde toets op een beperkt deel van hun ontwikkeling scoren.
We weten dankzij Karen Heij al een hele tijd dat de Doorstroomtoets echt slechts een heel klein stukje beeld geeft van de vaardigheden van kinderen, versus de brede onderwijsdoelen waar we voor staan, en dat doet:
- op een heel specifieke en smalle wijze
- met een normering die rammelt
- met een woud aan verschillende toets aanbieders waardoor de door de overheid gewenste
vergelijkbaarheid onder druk staat
Maar bovenal is het doel van de Doorstroomtoets sortering op uitstroomniveaus voor het
vervolgonderwijs, niet het bepalen van onderwijskwaliteit van een school.
Hoe kan het dat een school enkel op dit gegeven het oordeel onvoldoende krijgt?
En nogmaals.. wie krijgt er dan eigenlijk de onvoldoende?
De kwaliteit van onderwijs wordt door zoveel meer gedefinieerd dan door hoe kinderen scoren op
een toets. Hoe sociaal vaardig kinderen leren zijn, hoe ze zich kunnen presenteren, hoe ze hun plek in
de maatschappij leren ontdekken, hoe ze mede-eigenaar van hun eigen leerproces leren zijn, hoe ze leren plannen, hun talenten leren ontdekken en ontwikkelen, hoe ze leren omgaan met succes en
met tegenslag,… het wordt allemaal niet getoetst.
We weten dit al tijden. Maar bij gebrek aan beter, pakken we er voor het gemak en voor de
vergelijkbaarheid deze toetsresultaten maar bij. Meten we wat we waarderen, of waarderen we wat
we meten? Ik denk dat er iets moet veranderen aan het beslismodel van de onderwijsinspectie. Het
wordt tijd voor beter!
Zou het niet mooi zijn als de inspectie de kwaliteit van gesprekken met kinderen zou uitbreiden in
het toezicht! Vraag hén een oordeel te geven over de kwaliteit van het onderwijs, dat kunnen ze
hoor, die kinderen.
Laat inspectie ook eens meeluisteren met ouder-kind gesprekken.
In een goed gesprek zie en hoor je de standaarden terugkomen, en worden kinderen (hopelijk) vooral
vergeleken met hun eigen (zone van de naaste) ontwikkeling. Je hoort er over veiligheid, hoge verwachtingen, aanbod en zicht op ontwikkeling.
Het is in elk geval heel wat eerlijker om ze een échte stem te geven, dan dat het is om hun
toetsresultaten op de Doorstroomtoets voor hen te laten spreken!
Volgend jaar volgt er een herstelonderzoek. Ik ben benieuwd hoe dat onderzoek eruit gaat zien.
Na afloop van het bezoek was ik even bij het team en heb ik aangegeven dat we in onze strategische
uitgangspunten stellen dat ons onderwijs moet deugen. Dat we hoge verwachtingen hebben van
kinderen en van elkaar.
Dat is het geval op deze school en dat is afgelopen week ook nadrukkelijk door de externe
toezichthouder bevestigd. Daarmee scoort de school wat mij betreft dus wel die voldoende!