Richting, ruimte en ruggensteun
24 mei 2019
Categorie: Niet gecategoriseerd
“Het allerlekkerst werk je, op het moment dat je het gevoel hebt dat je het samen doet. Dat heb ik wel geleerd in mijn werkzame leven.” Lia van Meegen werkt al 44 jaar in het onderwijs in zeer verschillende rollen. Sinds 2015 is zij bestuurder van Stichting Primair Onderwijs Land van Maas en Waal (SPOM). “Ik wilde weer terug met mijn voeten in de klei. Alle kennis en ervaring die ik op heb gedaan, wilde ik weer terugbrengen naar de werkvloer.”
Tussen groen en water
SPOM is een samenwerkingsbestuur voor katholiek, openbaar en interconfessioneel primair onderwijs en bestaat in deze vorm sinds 1 augustus 2015. De stichting bestaat uit 15 scholen in de regio Maas en Waal. “Onze scholen zijn qua grootte zeer verschillend. De kleinste heeft zo’n 60 leerlingen en de grootste ongeveer 600. We bevinden ons midden tussen de grote rivieren en in het groen en dat is écht kenmerkend voor de regio.”
In de praktijk
“Ik heb zelf heel lang voor de klas gestaan, maar ook heel veel andere dingen gedaan in het onderwijs. In de laatste fase van mijn werkzame leven wilde ik terug naar de werkvloer. Ik wil proberen om met wat ik in mijn werkzame leven aan kennis en ervaring heb opgedaan, van betekenis te zijn voor de werkvloer.” Met al deze bagage zet Lia zich bij SPOM in om te zorgen dat de professional zo goed mogelijk kan werken voor het kind. “In wat ik doe denk ik steeds vanuit het kind. ‘Wat is de betekenis van wat ik doe voor het kind? Wat is de toegevoegde waarde? Hoe is het voor de kinderen op de scholen?’ Hiermee probeer ik continue focus te houden op waar het echt om gaat.”
Plezier in je werk
Om het beste resultaat uit je werk te kunnen halen, is plezier van groot belang, stelt Lia. “Plezier is voor mij gekoppeld aan groei en ontwikkeling. Dat zie ik ook terug in het werk van de leraren. We hebben mensen nodig die kinderen laten zien wat er allemaal te ontdekken is in de wereld. Dat betekent dat leraren zelf ook moeten stralen.” Daarom wordt in de scholen gewerkt aan een cultuur waarin mensen elkaar durven aanspreken en ook kunnen bespreken wanneer het moeizamer gaat dan gehoopt. “Als ik zie aan mensen dat het even niet lukt, dan ga ik daarover in gesprek. Dan kijk ik wat ik, of anderen, bij kunnen dragen om het plezier in het werk weer terug te krijgen. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om te zorgen dat er iemand voor de klas staat die er zin in heeft.”
Vanuit vertrouwen
“We werken in de scholen vanuit ‘high trust, low tolerance’. Zo hebben we ook onze gesprekscyclus ingericht op basis van het Huis van Werkvermogen. Collega’s waar het goed mee gaat hebben een ontwikkelgesprek met hun collega en een groeigesprek met hun leidinggevende. Als een leidinggevende signaleert dat het bij iemand niet lekker loopt, dan starten we meteen met een verkennend gesprek om de oorzaak in kaart te brengen.”, legt Lia uit. De collega krijgt dan verdere begeleiding om te zorgen dat het weer beter gaat. “Indien nodig geacht door de leidinggevende, starten we met een functionerings- en beoordelingstraject. Maar dit geldt echt alleen voor de collega’s die niet goed functioneren!”
Sturen met 5 R’s
Als bestuurder kan Lia een bijdrage leveren aan de cultuur en het klimaat op de scholen. Die aanpak is niet op alle plekken en voor alle personen hetzelfde. Het gaat om aandacht voor de mens. “Ik werk vanuit de 5 R’en, de vijf principes noem ik dat. Richting, ruimte, ruggensteun, rekenschap en resultaat. De principes richting, ruimte en ruggensteun zie ik als schuifjes in een schuifregelaar. Die vragen afstelling. De een gedijt bij veel ruimte en niet zoveel richting en heeft een klein beetje ruggensteun nodig. De ander heeft wat meer ruggensteun nodig en wil wat meer richting, maar niet teveel ruimte.”
Niet perfect
Juist deze werkwijze haakt aan op een belangrijke overtuiging van de bestuurder. “Je kunt niet verwachten dat iedereen de ideale leraar is voor ieder kind. Maar met elkaar kunnen we wel voor veel kinderen het goede team zijn. Samen kunnen we zorgen voor onderwijs dat ‘top’ is. We zijn allemaal niet perfect en hebben zo onze tekortkomingen. Als we dat van elkaar weten en elkaar daar in ondersteunen, dan komen we samen heel ver in het realiseren van prachtig onderwijs.”